Inleiding

In deze paragraaf wordt kort toegelicht welke uitgangspunten zijn gebruikt voor de berekeningen in
deze meerjarenbegroting. Ook worden afwijkingen ten opzichte van voorgaande jaren toegelicht.

Indexcijfers

Voor de begroting 2018-2021 zijn de volgende indexen gebruikt (zie ook Kadernota 2017, hoofdstuk 3.1):

Indexcijfers MJB 2018-2021

2018

2019

2020

2021

Loonkostenindex

1,4%

1,4%

1,4%

1,4%

Materiële kostenindex

0,8%

0,8%

0,8%

0,8%

Voor de gewogen kostenontwikkeling komen we dan op:

Tariefopbrengsten / inkomsten

2018

2019

2020

2021

Gewogen kostenontwikkeling

1,1%

1,1%

1,1%

1,1%

Deze uitgangspunten zijn bij de kadernota opgenomen. Dezelfde indexen worden gehanteerd in de andere Dommelvallei-organisaties en de meeste gemeenschappelijke regelingen. Zo is in de regio afgesproken. Echter na de kadernota is een cao overeengekomen met hogere salarisstijgingen. Bij de berekening van de salariskosten in deze begroting zijn we dan ook uitgegaan van de werkelijk te verwachten stijging.

Rente

De rente moet volgens het nieuwe BBV jaarlijks opnieuw worden herrekend. Basis is de geprognosticeerde balans op 1-1-2018. Voor de begroting 2018-2021 zijn de volgende rentepercentages berekend:

Renteschema

%

Bespaarde rente over reserves

2,06%

Bespaarde rente over voorziening verliesgevende complexen bouwgrond

2,00%

Rente grondexploitatie

1,42%

Rente activa

2,00%

Reserves en voorzieningen dienen ter (interne) financiering van gemeentelijke investeringen. De rente over dit vermogen hoeft uiteraard niet uitgekeerd te worden aan externen (bank) maar blijft beschikbaar binnen de gemeentelijke boekhouding. Daarom spreken we van bespaarde rente. Bij de begroting 2017 is vastgesteld dat we alleen bespaarde rente berekenen over de reserves.
Het totaal van de rentelasten en rentebaten en het gebruikte rentepercentage is opgenomen in de paragraaf Financiering.