Paragraaf
Financiering
Het opstellen van de paragraaf financiering in de begroting en de jaarstukken is in zowel het BBV als in de wet Fido verplicht gesteld. Financiering betreft de wijze waarop de gemeente Nuenen de benodigde geldmiddelen aantrekt en (tijdelijke) overtollige geldmiddelen belegt. De uitvoering vindt plaats binnen de wettelijke kaders van het BBV en de wet Fido. Naast deze wetgeving is een treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut zijn nadere regels opgenomen om daarmee de financieringsfunctie te sturen, te beheersen en te controleren. De bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.
Conform het nieuwe BBV moet deze paragraaf inzicht geven in de rentelasten en -baten, het renteresultaat, de financieringsbehoefte en de wijze waarop rente wordt toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en projecten. Toerekening aan de taakvelden is gedaan met de rentepercentages die hieronder zijn genoemd.
Financiering
Interne- en externe ontwikkelingen
Interne en externe ontwikkelingen
Extern
Rentevisie: De ECB zal vanwege de gematigde inflatieverwachtingen een ruim monetair beleid blijven voeren. De officiële tarieven zullen het komende jaar ongewijzigd blijven. De lange rentetarieven zullen mede onder invloed van een aantrekkende inflatie naar verwachting wat gaan oplopen.
Intern
Voor de begroting zijn de volgende interne rentepercentages gebruikt, de berekening volgens BBV:
Renteschema | % |
---|---|
Bespaarde rente over reserves | 2,06% |
Bespaarde rente over voorziening verliesgevende complexen bouwgrond | 2,00% |
Rente grondexploitatie | 1,42% |
Gemiddelde rente (deels) projectgefinancierde activa (kunstgrasveld Oude Landen) | 1,26% |
Rente activa | 2,00% |
In onderstaand schema is het renteresultaat berekend volgens BBV:
Renteresultaat | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen niet zijnde projectfinanciering | 881 | 719 | 583 | 332 | 332 |
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen die doorgezet zijn aan derden | 419 | 323 | 251 | 231 | 231 |
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen voor projectgefinancierd overig | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
De externe rentelasten over de verwachte nieuw aan te trekken korte en lange financiering | 380 | 350 | 328 | 500 | 403 |
De externe rentebaten | -28 | -20 | -10 | 0 | 0 |
Saldo rentelasten en rentebaten | 1.653 | 1.374 | 1.153 | 1.065 | 969 |
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | -966 | -648 | -504 | -425 | -335 |
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | -2 | -2 | -2 | -2 | -2 |
De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | -419 | -323 | -251 | -231 | -231 |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | -1.387 | -973 | -757 | -658 | -569 |
Rente over eigen vermogen | 525 | 525 | 539 | 539 | 543 |
Rente over voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 791 | 926 | 936 | 946 | 943 |
De aan taakvelden toegerekende rente | -907 | -1.058 | -1.073 | -1.091 | -1.095 |
Renteresultaat op het taakveld treasury | -116 | -132 | -137 | -144 | -152 |
Het genoemde renteresultaat komt terug op het taakveld treasury, maar is niet het enige resultaat op dat taakveld. Ook bijvoorbeeld ontvangen dividend wordt geraamd op het taakveld, maar maakt geen onderdeel uit van het renteschema.
Financiering
Financieringsbehoefte
Financieringsbehoefte
Op basis van de begroting 2018 wordt een meerjaren financieringsbehoefte opgesteld.
Boekwaarde 1-1 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|
Activa | 56.546 | 63.894 | 60.614 | 60.767 |
Grondexploitatie | 62.922 | 40.388 | 30.129 | 24.432 |
Geldleningen OG | -56.697 | -45.443 | -31.039 | -19.618 |
Reserves en voorzieningen | -33.444 | -31.389 | -32.197 | -32.457 |
Financieringsbehoefte | 29.327 | 27.450 | 27.507 | 33.124 |
Uit bovenstaand schema blijkt dat de komende jaren tussen de € 27 en € 34 miljoen gefinancierd moet worden.
Beleidsvoornemen financiering.
Het beleid is erop gericht om de financieringsbehoefte af te dekken met kortlopende financiering omdat de rente op de kortlopende middelen lager is dan de rente op langlopende middelen. Hierbij wordt rekening gehouden met de kasgeldlimiet, die bepaalt dat de gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, niet boven de 8,5% van het begrotingstotaal mag uitkomen. Gezien de rentevisie, waarbij er vanuit wordt gegaan dat de rente dit jaar laag blijft en komende jaren licht kan gaan oplopen, kan voorlopig aan deze strategie worden vastgehouden. Zodra de rentevisie wijzigt en uitgaat van een stijgende rente op korte termijn, kan de overweging gemaakt worden om een groter deel van de financieringsbehoefte te financieren met langlopende leningen.
Financiering
Renterisicobeheer
Renterisicobeheer
De overheid heeft twee instrumenten bepaald voor het toetsen van het renterisico, namelijk: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort een structureel karakter draagt moet een langlopende geldlening worden aangetrokken. Indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden moet de toezichthouder hiervan op de hoogte worden gesteld. Ook moet de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd aan de toezichthouder. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal.
Stap | Omschrijving | 2018 |
---|---|---|
Bepalen toegestane kasgeldlimiet | ||
Omvang begrotingstotaal per 2018 | 73.551 | |
Percentage regeling | 8,50% | |
1 | Toegestane kasgeldlimiet | 6.252 |
Vlottende korte schuld | ||
Opgenomen gelden < 1 jaar | 6.000 | |
Schuld in rekening courant | 0 | |
Gestorte gelden door derden < 1 jaar | 6 | |
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld | 0 | |
2 | Totaal vlottende korte schuld | 6.006 |
Vlottende middelen | ||
Contante gelden in kas | 1 | |
Tegoeden in rekening courant | 95 | |
Overige uitstaande gelden < 1 jaar | 0 | |
3 | Totaal vlottende middelen | 96 |
4 | Totaal netto vlottende schuld (2-3) | 5.910 |
Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) (1-4) | 342 |
Voor 2018 wordt met kasgeldleningen gewerkt tot de bovengrens van de kasgeldlimiet.
Renterisiconorm
De renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld. De risiconorm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal (zie tabel hieronder).
Stap | Omschrijving | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|
1 | Renteherzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
2 | Aflossingen | 10.902 | 10.536 | 11.036 | 36 |
3 (1+2) | Renterisico | ||||
4 | Begrotingstotaal | 73.551 | 59.884 | 53.279 | 54.555 |
5 | Percentage regeling | 20% | 20% | 20% | 20% |
6 (4 x 5) | Renterisiconorm | 14.710 | 11.977 | 10.656 | 10.911 |
7 | Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) | 3.809 | 1.441 | -381 | 10.875 |
Voor de komende jaren is er behalve in 2020 ruimte om lang geld aan te trekken volgens de renterisiconorm.
Financiering
Leningenportefeuille
Leningenportefeuille
Een belangrijk onderdeel van het financieringsbeleid vormt de omvang, flexibiliteit, gemiddelde looptijd en rentegevoeligheid van de leningenportefeuille. De leningenportefeuille van de gemeente ziet er als volgt uit (medio 2017):
Opgenomen langlopende leningen | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Leningverstrekker | looptijd | rente | oorspronkelijk | 1-1-2018 | 31-12-2018 | |
van | t/m | |||||
BNG | 1996 | 2021 | 3,97% | 278 | 73 | 56 |
BNG | 2003 | 2018 | 4,20% | 5.500 | 367 | 0 |
BNG | 2012 | 2022 | 3,17% | 13.500 | 13.500 | 13.500 |
BNG | 2013 | 2020 | 1,72% | 23.000 | 23.000 | 15.500 |
BNG | 2014 | 2020 | 0,80% | 9.000 | 9.000 | 6.000 |
NWB | 2015 | 2027 | 1,21% | 220 | 186 | 168 |
Totaal | 51.498 | 46.126 | 35.224 |
Opgenomen langlopende leningen tbv woningbouw | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | looptijd | rente | oorspronkelijk | 1-1-2018 | 31-12-2018 | |
van | t/m | |||||
BNG | 1991 | 2041 | 3,93% | 1.180 | 926 | 902 |
NWB | 2004 | 2024 | 4,59% | 5.800 | 2.639 | 2.311 |
BNG | 2005 | 2022 | 3,95% | 3.500 | 3.500 | 3.500 |
BNG | 2005 | 2019 | 3,85% | 3.500 | 3.500 | 3.500 |
Totaal | 13.980 | 10.565 | 10.213 |